de aura en haar omhulsels

Je kunt je afvragen hoe het mogelijk is dat de onstoffelijke ziel kan inwerken op het stoffelijke lichaam. Wat is het mechanisme? Hoe verbind je de hemel met de aarde? Kun je in gedachten een lamp aanklikken? Kan een spook deuren openen? Nee, het onstoffelijke glijdt dwars door de deur heen. Ons lichaam beschikt echter over een aura, een tussengebied van overdracht dat trapsgewijs, via de fijnstof in toenemende mate van verdichting, de signalen van de onstoffelijke ziel overdraagt naar het grofstoffelijke lichaam. En via deze weer terug naar de ziel. Je kunt zeggen dat daarmee het probleem niet is opgelost maar zelfs is vervijfvoudigd. Inderdaad, daar heb ik dan niet van terug. Maar wel zijn de stappen kleiner en zijn ziel, aura en lichaam totaal geïntegreerd, alle gebieden van de aura en de ziel doordringen ons lichaam tot in iedere cel, in elk atoom.

Deze aura wordt door velen gezien als een kleurrijke mantel om het lichaam. De kleuren daarin kunnen veranderen ten gevolge van de emotionele toestand, de zorgen, de vreugde of het leed van de persoon. Daar zijn zeer veel beschrijvingen van, in woord en beeld. Aurareaders, aurahealers en magnetiseurs werken ermee zodat ze de psychische gesteldheid van een persoon kunnen bepalen en eventueel kunnen herstellen. Maar je kunt de lagen van de aura ook voelen, vooral als je je in een zekere staat van meditatie bevindt. Er bestaan vele beschrijvingen van de aura met zijn ‘omhulsels’, de eigenschappen ervan en hun relatie tot de chakra’s en de subtiele levensenergieën (prana’s) in het lichaam. Het is een volwassen en volwaarde wetenschap. Wel moet gezegd worden dat de gelaagdheid ervan in verschillende culturen anders benoemd en verdeeld zijn. Ik zal uitgaan van de indeling in omhulsels van de yogaleer zoals die o.a. door Yogeshvarananda Sarasvati in zijn Wetenschap van de ziel wordt beschreven.

Helaas, omdat de meetinstrumenten van de laborant geen uitslagen vertonen, wordt het bestaan van de aura betwijfeld, verworpen en bespot. Want de aura is niet te fotograferen en er is geen elektromagnetisch veld. Het bestaat echter uit subtiele materie en energie waarvoor de instrumenten van de natuurkundigen niet gevoelig zijn. Ons bewustzijn is echter van een andere orde en als dat helder genoeg is komt het beeld van de aura als vanzelf naar voren.

We betreden in de aura het gebied van de psychologie, een psychologie die zich verheft boven de neurologie die uiteindelijk te weinig inzicht biedt in onze geestelijke vermogens. Daardoor heeft de psychologie in bijv. de laatste honderd jaar nauwelijks vorderingen gemaakt (afgezien van een pilletje en soms eindeloze therapiesessies), zeker als je dit vergelijkt met de enorme vooruitgang van de medische wetenschap.

De psychologie zit in de aura, de hersenen zijn een instrument voor de subtiele processen van de aura. Als een auto steeds schade oploopt, kijk dan naar het gedrag van de chauffeur in plaats van de auto de schuld te geven. Zoals een slechte chauffeur brokken maakt, tast een versluierde aura de gezondheid aan, geestelijk en uiteindelijk ook lichamelijk.

De omhulsels  van de aura

Elke persoon heeft, volgens de yogaleer, een lichaam dat bestaat uit vijf lagen:

- Allereerst is er het fysieke lichaam, In termen van de aura genoemd: het grofstoffelijke omhulsel, ook wel voedselomhulsel (in de yogaleer genoemd: annamayakosha). Dit is het werkterrein van de bioloog, de arts, de farmaceut.

- Daarbuiten is er het vitale omhulsel (pranamayakosha) dat het fysieke lichaam doordringt. Prana is de vitale energie die via de energiebanen (de nadi’s of meridianen) en de chakra’s de levensprocessen in de organen en cellen regelt. In dit gebied treffen we de effecten aan van de gemoedstoestanden van de persoon. Blij of verdrietig, neerslachtig of opgewekt, zin of tegenzin, optimistisch of pessimistisch: de duale stemmingen hebben hier direct invloed op onze vitaliteit.

- Nog fijnstoffelijker is het mentale omhulsel (manomayakosha) dat de vorige omhulsels doordringt. Dat is het gebied van verlangens, zintuiglijk bewustzijn, het instinctieve denken, het ego en de emoties die met dat ego te maken hebben: hebzucht, trots, jaloezie, schaamte, machteloosheid, achterdocht, angst, moed, enzovoort. Onze ogen kijken, onze hersenen interpreteren de impulsen, maar in dit gebied worden we ons daarvan zelfbewust en kunnen we de beelden koppelen aan ‘astrale’ beelden die geladen zijn met een emotionele betekenis. Als in de droomwereld.

- Daarbuiten bevindt zich het intellectomhulsel (vijnanamayakosha). Hierin zit de ratio dat het instinctieve denken tot redelijkheid kan brengen. Er is bovendien een inschatting van de morele effecten van ons handelen. Intellect plus moraal wordt hier genoemd: onderscheidingsvermogen.

- Als buitenste laag, en alles doordringend, is er het gelukzaligheidsomhulsel (anandamayakosha). Het is het gebied dat raakt aan de onstoffelijke ziel. Hier bevindt zich het karma, de impressies van ervaringen die voortkomen uit egoïstische handelingen die in strijd zijn met de bedoelingen van de ziel. Hoe minder karma, hoe meer geluk. Elk mens heeft uniek karma, uit dit of uit vorige levens, maar is ook geneigd om die karmische last te verminderen en gelukkiger te worden. Dat karma tekent zijn karakter. Als die last minder wordt, wordt de persoon gelukkiger, gewetensvoller en liefdevoller.

De natuurrijken

Het voorgaande gaat over mensen. Dieren hebben alleen een fysiek lichaam, een vitaal omhulsel en een mentaal omhulsel: ze kunnen waarnemen en hebben een ego, maar geen intellect en geen geweten. Planten hebben alleen een vitaal omhulsel: het zijn levende wezens, maar zonder egoïstische gedachten, zonder intellect of geweten. Mineralen hebben helemaal geen aura en hun vormen hebben geen individuele ziel. De planeet aarde heeft haar eigen aura met de vijf omhulsels en haar bergen, rivieren, kristallen of moleculen vormen gezamenlijk het fysieke, grofstoffelijke omhulsel.

Als het over de elementaire evolutie gaat ontstaat nu het volgende overzicht:

Aarde – fysiek lichaam – mineralen – zelfvestiging

Water – fysiek + vitaal omhulsel – planten – zelfontplooiing

Vuur – fysiek + vitaal + mentaal omhulsel – dieren – zelfbepaling

Lucht – fysiek + vitaal + mentaal + intellect + gelukzaligheidsomhulsel (hier nog bovenbewust) – mensen – groepsbewustzijn

Ether – Fysiek + vitaal + mentaal + intellect- + gelukzaligheidsomhulsel – heiligen – zelfexpressie