HET MINERALENRIJK

zie ook: plantenrijk      dierenrijk       mensenrijk

Het aarderijk van de mineralen heeft de volgende kenmerken:

zelfvestiging - de ziel vestigt zich in een vorm. Kwaliteit: liefde. Functie: bouwsteen voor een verdere evolutie.

Binnen dit natuurrijk zien we een secundaire evolutie die ook weer volgens de vijf elementen verloopt. 

Hieronder volgt een kort overzicht dat in het boek verder is uitgewerkt.


PRIMAIR ELEMENT: AARDE

A/a: secundair element: aarde - het zijn daarom bouwstenen van de bouwstenen die hierna volgen.

Atomen zijn de kleinste bouwstenen van het leven.


PRIMAIR ELEMENT: AARDE

A/w: secundair element: water - zelfontplooiing, ongericht, vol schoonheid en fantasie.

Er ontstaan anorganische moleculen die vaak tot kristallen kunnen uitgroeien.

Voorbeelden zijn keukenzout, soda, nitraten en fosfaten, maar ook zuurstof en water. Eigenlijk alles wat je zou vinden op een planeet zonder leven.


PRIMAIR ELEMENT: AARDE

A/v: secundair element: vuur - zelfbepaling. De ware eindvorm komt in beeld.

Er ontstaan organische moleculen, de belangrijkste bouwstenen voor de levende cel, deze kunnen zich later onder invloed van het element lucht verbinden tot nog grotere moleculen.

Voorbeelden van deze groep zijn suikers, aminozuren en vetzuren.  


PRIMAIR ELEMENT: AARDE

A/l: secundair element: lucht - groepsbewustzijn. De bouwstenen van de vorige groep schakelen zich hier  aaneen tot veel grotere organische bouwstoffen.

Voorbeelden van deze groep zijn zetmeel, eiwitten, vetten, DNA en ook virussen.


PRIMAIR ELEMENT: AARDE

A/e: secundair element: ether - zelfexpressie. Door een stoffelijke communicatie met de omgeving zien we hier voor het eerst een stofwisseling, waardoor dit de eerste levende wezens zijn. Maar het zijn ook bouwstenen voor de latere plantaardige en dierlijke cellen. Denk aan de bladgroenkorrels en aan de mitochondriën die energie leveren aan de cel.  

Voorbeelden zijn bacteriën en blauwalgen.